Statutair doel

Artikel 2 van de statuten vermeldt als doel van de stichting: "Het beheren en (her)beleggen van gelden, welke aan de stichting zijn toevertrouwd, teneinde uit deze gelden en de rendementen daarvan wensen van personen, ten behoeve van wie die gelden werden toevertrouwd, te kunnen uitvoeren, op het gebied van uitvaartverzorging, en instandhouding en onderhoud van graven, en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord."

 

De statuten kunt u HIER nalezen.

 

Overeenkomst met de inlegger

In deze overeenkomst staat de volgende passage over de bestemming van de ingelegde gelden: "Dit bedrag is uitsluitend bestemd ter dekking van uitvaartkosten en is dus niet afkoopbaar of terugvorderbaar anders dan voor het genoemde doel. Evenmin mag het door de Stichting gebruikt worden voor enig ander doel dan het genoemde. Als het depositobedrag hoger blijkt te zijn dan het uiteindelijke bedrag van gezamenlijke uitvaartkosten, mag dat bedrag door de erven worden gebruikt ter dekking van extra kosten."

 

Bestemming van de gelden

Zoals al blijkt uit de statuten en de overeenkomst, moeten de gelden aangewend worden voor de kosten van de uitvaart. In eerste instantie zijn dat de kosten van de uitvaartonderneming. In de keuze van uitvaartonderneming is de inlegger - of diens nabestaanden - overigens vrij. Deze kosten worden in het algemeen rechtstreeks door de uitvaartondernemer bij de Stichting in rekening gebracht.

Maar er zijn nog andere kosten te bedenken die onder de omschrijving vallen. De belangrijkste zijn de kosten van een grafsteen, instandhouding en onderhoud van graven, bloemen en betalingen aan de kerk. Daarnaast zijn er vaak kosten gemaakt voor besprekingen binnen de familie (reiskosten, eten). Die kosten kunnen, mits aangetoond met facturen, bij de Stichting in rekening worden gebracht als er een overschot is en uiteraard tot maximaal dat overschot. De praktijk leert dat het beschikbare bedrag meestal nodig is voor de directe kosten van de uitvaartonderneming. Slechts in enkele gevallen is er nog iets over voor die overige kosten.

 

Stichting mag en wil geen beleggingsfonds zijn

De Stichting heeft in de afgelopen jaren een rendement behaald dat gunstig afsteekt tegen de rente op bijvoorbeeld een spaarrekening. De Stichting wil niet de kans lopen dat er bewust veel wordt ingelegd, met de bedoeling dat de erfgenamen een mooi rendement kunnen incasseren na een overlijden. De doelstelling van de Stichting zou daardoor totaal anders worden.